Jaarcongres VNVNG: De sacrale ruimte in de vroegmoderne stad

image_previewKerken, kloosters en andere instellingen met een kerkelijke of semi-­kerkelijke functie namen in de middeleeuwse steden letterlijk en figuurlijk een belangrijke plaats in. Dit bleef zo in de vroegmoderne tijd, maar de politieke en religieuze veranderingsprocessen zorgden wel voor een aantal belangrijke wijzigingen. De ontwikkelingen in de Nederlanden vormen daar een treffende illustratie van. In het laatste derde van de zestiende eeuw zorgden de Opstand en de strijd tussen katholieken en protestanten voor een gevecht om de sacrale ruimte.

De uitkomst van die strijd leidde tot aanzienlijke verschillen in de Habsburgse Nederlanden en in de door protestanten gedomineerde Republiek. In de Zuidelijke Nederlanden leidden de bouw van nieuwe kerken en kloosters en de herinrichting van bestaande complexen tot een hertekening en een nieuwe profilering van het sacrale landschap. In de steden van het Noorden veroorzaakte de vaak seculiere herbestemming van de vele kerken en kloosters belangrijke wijzigingen in het stedelijke landschap: de publieke ruimte leek toe te nemen. De status van de bevoorrechte gereformeerde kerk en de positie van een aantal verboden en/of gedoogde religieuze groepen (katholieken, lutheranen, doopsgezinden) zorgden bovendien voor een complexe herordening van de sacrale, stedelijke ruimte en een nieuwe, in de praktijk te bepalen, grens tussen de private (sacrale) en publieke ruimte. Wat betekende dit voor het ruimtelijke gebruik en ervaren van het nieuwe stedelijke landschap?

Het jaarcongres van de Vlaams-­Nederlandse Vereniging voor Nieuwe Geschiedenis, dat op 30 oktober 2015 in Amsterdam plaatsvindt, wenst aan de hand van een aantal casestudies aandacht te besteden aan de evolutie en de functie van de stedelijke sacrale ruimte in de vroegmoderne Nederlanden. De toegang tot het congres (inclusief koffie, thee, lunch en receptie) kost 20 euro (10 euro voor masterstudenten). Voor meer informatie over aanmelding (vóór 20 oktober) en het programma bekijkt u de folder en de website van de VNVNG.

Masterclass bronnenkritiek: Beeld en woord in de vroegmoderne tijd

heidi_29.06.2015 RIJKSMUSEUM 2014-01-07 10.28.31 kopie.4691c1e7cd1a77a29c1e5896c29d0653201

dr. Heidi de Mare

Hoe ga je om met historisch beeldmateriaal? Hoe divers historisch onderzoek ook is, velen krijgen met beelden te maken – zoals schilderij, architectuurtekening, embleem, geometrische figuur, medische prent, technisch ontwerp, kosmologisch wereldbeeld. De vraag is wat de rol van het beeld is als bron in het eigen onderzoek. In mijn eigen promotieonderzoek heb ik van historici geleerd hoe belangrijk bronnenkritiek is en die kennis heb ik ter harte genomen in mijn analyse van uiteenlopende soorten vroegmoderne beelden. Doel van deze masterclass is drieledig: a) gedisciplineerd te leren kijken naar historische beelden, b) kennis te nemen van het vroegmoderne denken over beelden en c) te reflecteren over de gangbare omgang met historische beelden in moderne vakgebieden (in termen van de kunstgeschiedenis, wetenschapsgeschiedenis, techniekgeschiedenis, historische letterkunde).

Voor meer informatie over inhoud en vorm van de masterclass, literatuur, kosten en locatie, zie de website van het instituut voor maatschappelijke verbeelding (stichting IVMV). Voor aanmelding (vóór 1 september 2015) en contact mailt u naar heididemare.ivmv@gmail.com.

Literatuur: Heidi de Mare, Huiselijke taferelen. De veranderende rol van het beeld in de Gouden Eeuw (cum laude proefschrift, Vantilt 2012), meer literatuur volgt.